“Binnen belandden we in een andere wereld. De herfstzon verlichtte het gele Brotocella de Sienne marmer in de lambrisering van de hal, symbool voor gerst en in schril contrast met het Blanc Brouillé marmer en het Vert d’Ecours van de vloer. Blauw marmer als symbool voor water. Onder het koepeldak in het midden van de hal hing een enorme hopvormige kroonluchter. De corridors aan weerszijden van de hal liepen dood op hoge glas-in-lood-panelen. Halverwege stond een kappersstoel, volgens Brouwer de stoel waar de directeur zich dagelijks liet knippen en scheren. Terwijl wij ons vergaapten aan de toiletten in originele staat, begeleidde onze trouwambtenaar de gasten en getuigen naar de directiekamer op de eerste verdieping.
This is it!
Nu alles geregeld was, viel er een last van onze schouders.
'Kom.'
Jolanda trok me de marmeren trap op. De leuningen voelden koud aan. Onder het bronzen borstbeeld van F.H.M. Smits met de tekst 'Den Stichter dezer Industrie ter nagedachtenis het dankbare personeel 1886-1912' splitste de trap zich in tweeën. Stichter had een imposant voorkomen met reusachtige bakkebaarden. Dat mocht ook wel met een eigen kapper. In de hoge glas-in-loodvensters van het trapgat lazen we de gebrandschilderde opschriften 'licht en vreugde', 'jeugd en ouderdom', 'arbeid en wijsheid' en 'duisternis en smart'.
Beter hadden wij het niet kunnen bedenken.”
Scene uit ‘Het spoor bijster’